Het geheim van de ontsnapte leeuw
Mike en Mirte laten hun voeten in het zwembad bungelen.
‘Zwemmen?’ vraagt Mirte.
Mike schudt zijn hoofd. ‘Geen zin.’ Ze hebben de afgelopen dagen al genoeg gezwommen. Hij kijkt op zijn waterdichte horloge: half één. ‘Denk je dat pap en mam lang wegblijven?’
’t Zal wel,’ antwoordt Mirte. ‘Als ze eenmaal aan het wandelen zijn…’
Wandelen, denkt Mike. Zoiets saais! En nog stom ook: je loopt uren de blaren op je voeten en dan kom je gewoon weer op dezelfde plek terug. Dan had je in die tijd beter iets leuks kunnen doen. Niet dat er deze vakantie iets leuks te beleven valt… De naam van het hotel is zo’n beetje het spannendste hier. ‘De Ontsnapte Leeuw,’ denkt Mike hardop. ‘Hoe zou het hotel eigenlijk aan die naam gekomen zijn?’
Zijn tweelingzus haalt haar schouders op. ‘Ik weet wél waarom er hier zo weinig gasten zijn.’ Ze wijst met haar hoofd naar de hoteleigenaar die net naar buiten komt. ‘Wat een griezel, hè?’
Mike knikt. De hotelhouder is groot, breed en enorm behaard. Het meeste enge aan de man is het lelijke litteken dat over zijn gezicht loopt. Net een misdadiger, vindt Mike.
De hoteleigenaar gaat op het grasveld voor het hotel staan en fluit dan opeens op zijn vingers. Onmiddellijk komt er uit het hotel een enorme hond naar buiten stormen.
Mirte geeft een gilletje. ‘Als dat beest maar niet-’
Gelukkig stopt de hond netjes voor zijn baas.
De hotelhouder brult een bevel in een vreemde taal. De hond schijnt het te verstaan: hij komt omhoog en blijft een paar momenten op zijn achterpoten staan.
‘Wow!’ zegt Mike. ‘Wat-is-ie groot, hè?’
Ten slotte legt de hond zijn voorpoten op de schouders van zijn baas.
Wanneer de hoteleigenaar weer een brul geeft, laat het dier zich op de grond zakken.
Nu maakt de hotelhouder met zijn hand een pistoolteken. Hij richt de loop op de hond en- ‘DOOD!’ schreeuwt hij. De hond stort ter aarde en blijft bewegingsloos liggen.
Even is het doodstil.
Dan begint de hotelhouder opeens hoog te lachen. Hij giert en giechelt als een klein kind.
Grinnikend gaat hij samen met zijn hond weer het hotel in.
‘Dat bedoel ik nou,’ zegt Mirte. ‘Die man is gewoon gestoord! Vind je het gek dat wij de enige in het hotel zijn?’
Mike laat zijn ogen over het hotelgebouw gaan. Op zich ziet het er wel mooi uit: witgepleisterde muren, ramen met luiken, leuke balkonnetjes. Zijn blik dwaalt naar de tweede etage. Hij ziet de kamer van pap en mam, dan hun kamer en daarnaast-
‘Wist jij dat er op onze verdieping drie kamers zijn?’ vraagt Mike verbaasd.
‘Drie?’ herhaalt Mirte. ‘Nee hoor, wij hebben de laatste kamer.’
‘Dat dacht ik ook,’ zegt Mike bedenkelijk. ‘Maar kijk…’ Hij wijst naar het balkon en de openslaande deuren helemaal rechts. ‘Daar is volgens mij ook een kamer.’
‘Dat kan niet!’ zegt Mirte beslist. ‘Onze kamer is aan het einde van de gang. Naast onze deur zit een muur.’
‘Misschien,’ zegt Mike zacht, ‘misschien is het wel een geheime kamer…’
Mike en Mirte laten hun voeten in het zwembad bungelen.
‘Zwemmen?’ vraagt Mirte.
Mike schudt zijn hoofd. ‘Geen zin.’ Ze hebben de afgelopen dagen al genoeg gezwommen. Hij kijkt op zijn waterdichte horloge: half één. ‘Denk je dat pap en mam lang wegblijven?’
’t Zal wel,’ antwoordt Mirte. ‘Als ze eenmaal aan het wandelen zijn…’
Wandelen, denkt Mike. Zoiets saais! En nog stom ook: je loopt uren de blaren op je voeten en dan kom je gewoon weer op dezelfde plek terug. Dan had je in die tijd beter iets leuks kunnen doen. Niet dat er deze vakantie iets leuks te beleven valt… De naam van het hotel is zo’n beetje het spannendste hier. ‘De Ontsnapte Leeuw,’ denkt Mike hardop. ‘Hoe zou het hotel eigenlijk aan die naam gekomen zijn?’
Zijn tweelingzus haalt haar schouders op. ‘Ik weet wél waarom er hier zo weinig gasten zijn.’ Ze wijst met haar hoofd naar de hoteleigenaar die net naar buiten komt. ‘Wat een griezel, hè?’
Mike knikt. De hotelhouder is groot, breed en enorm behaard. Het meeste enge aan de man is het lelijke litteken dat over zijn gezicht loopt. Net een misdadiger, vindt Mike.
De hoteleigenaar gaat op het grasveld voor het hotel staan en fluit dan opeens op zijn vingers. Onmiddellijk komt er uit het hotel een enorme hond naar buiten stormen.
Mirte geeft een gilletje. ‘Als dat beest maar niet-’
Gelukkig stopt de hond netjes voor zijn baas.
De hotelhouder brult een bevel in een vreemde taal. De hond schijnt het te verstaan: hij komt omhoog en blijft een paar momenten op zijn achterpoten staan.
‘Wow!’ zegt Mike. ‘Wat-is-ie groot, hè?’
Ten slotte legt de hond zijn voorpoten op de schouders van zijn baas.
Wanneer de hoteleigenaar weer een brul geeft, laat het dier zich op de grond zakken.
Nu maakt de hotelhouder met zijn hand een pistoolteken. Hij richt de loop op de hond en- ‘DOOD!’ schreeuwt hij. De hond stort ter aarde en blijft bewegingsloos liggen.
Even is het doodstil.
Dan begint de hotelhouder opeens hoog te lachen. Hij giert en giechelt als een klein kind.
Grinnikend gaat hij samen met zijn hond weer het hotel in.
‘Dat bedoel ik nou,’ zegt Mirte. ‘Die man is gewoon gestoord! Vind je het gek dat wij de enige in het hotel zijn?’
Mike laat zijn ogen over het hotelgebouw gaan. Op zich ziet het er wel mooi uit: witgepleisterde muren, ramen met luiken, leuke balkonnetjes. Zijn blik dwaalt naar de tweede etage. Hij ziet de kamer van pap en mam, dan hun kamer en daarnaast-
‘Wist jij dat er op onze verdieping drie kamers zijn?’ vraagt Mike verbaasd.
‘Drie?’ herhaalt Mirte. ‘Nee hoor, wij hebben de laatste kamer.’
‘Dat dacht ik ook,’ zegt Mike bedenkelijk. ‘Maar kijk…’ Hij wijst naar het balkon en de openslaande deuren helemaal rechts. ‘Daar is volgens mij ook een kamer.’
‘Dat kan niet!’ zegt Mirte beslist. ‘Onze kamer is aan het einde van de gang. Naast onze deur zit een muur.’
‘Misschien,’ zegt Mike zacht, ‘misschien is het wel een geheime kamer…’